nu even over mij, hoor

 

Waarschuwing: dit is een lang verhaal waarin ik voor de geïnteresseerden verklaar waarom ik sta waar ik nu sta in mijn leven. En waarom ik denk iets te kunnen delen wat mogelijk interessant is voor anderen. Echter, indien u geen trek heeft in een lange bespiegeling, sla deze post dan vooral over. Er volgt in de nabije toekomst nog van alles interessants dat direct praktisch toepasbaar is en dat helemaal niet over mij gaat. Beloofd.


Als type A persoonlijkheid met een sterk ontwikkelde intuïtie (ook wel heel hip ‘hoogsensitief’ genoemd) en een groot plichtsbesef leef ik al zo lang ik me herinner in een bepaald patroon. Is dit verschijnsel voor iemand herkenbaar? Ik hoef maar in de trein te stappen of op een bankje in het park te gaan zitten en degene naast me begint me zijn levensverhaal te vertellen. In gezelschappen raak ik vaak overspoeld door de emoties die mensen bij zich dragen. Ik ben me er van bewust dat ik daarom soms wat vreemd of onhandig kan overkomen. Ik vraag niet snel hoe het met iemand gaat, want dat weet ik al. Maar een openingszin als: “Ik merk dat je ergens boos over bent” wordt, begrijpelijk, met verbazing en soms zelfs verontwaardiging ontvangen. Waarna de persoon in kwestie vaak helemaal leegloopt over wat er aan de hand is en wat die boosheid veroorzaakt. Ondanks dit vreemde trekje zullen mensen mij omschrijven als een buitengewoon nuchter en analytisch persoon.

Op de middelbare school ontdekte ik – toen nog min of meer onbewust – dat dit in gezelschap een eigenaardige en onhandige eigenschap was en ben ik begonnen met mijn ‘fake it till you make it’ strategie. Ik negeerde actief de ‘extra informatie’ die ongevraagd binnen kwam en deed me alleen nog maar voor als een sociaal en extrovert persoon. En omdat ik die kant zeker in me heb, werd ik ook zo. Alleen in grotere gezelschappen moet ik nog steeds opletten: boosheid, angst of verdriet komen, ook onuitgesproken, zo bij me binnen dat ik me op feestjes soms doodmoe voel worden. En dat terwijl anderen bij dezelfde borrel alleen maar de gezelligheid ervaren. Met als gevolg dat ik me soms op de wc opsluit of een tijd in de auto ga zitten om weer bij mezelf te komen.

Huilen bij beelden van vluchtelingen op het journaal, niet opgewassen zijn tegen films-waarin-iets-gebeurt (de naam voor dit brede genre films is verzonnen door mijn gezinsleden), niet kunnen slapen van een verhaal over kinder-, ouderen- of dierenmishandeling, kortom: een serie hoogst onhandige eigenschappen als je ‘normaal’ in de maatschappij wilt functioneren. Desondanks beschouw ik mezelf als een bovengemiddeld gelukkig mens.

Om deze onpraktische eigenschappen te compenseren ben ik al van jongs af aan een workaholic. Welke functie ik ook vervul, ik gooi me er volledig in en niet zonder succes. Ik heb een heel aardige carrière gemaakt, waarmee ik een meer dan aardige boterham weet te verdienen. Dat lukte me door me altijd meer verantwoordelijk te voelen en harder te werken dan mijn directe collega’s en vaak ook dan mijn bazen. En altijd trad na een jaar of twee in dezelfde baan uitputting op. De lange dagen, de zware verantwoordelijkheid en het werken met mijn hoofd in combinatie met het continu blokkeren van mijn intuïtie vrat aan me. Dat zag ik alleen zelf niet; ik interpreteerde de lamlendigheid als verveling en ging steevast op zoek naar een nieuwe functie die nog nét even uitdagender was (lees: meer denkwerk vergde) dan de vorige. Ik heb dan ook een gênant lang CV met iedere twee jaar een nieuwe baan of klus. En dat al bijna twintig jaar lang, dus reken maar uit.

De aanvankelijke drijfveer om te consuminderen kwam voort uit de wens minder te werken en meer te genieten. En op mijn vorige weblog kun je alles lezen over hoe dat ons leven de afgelopen zeven jaar heeft verrijkt. Maar omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan ben ik sluipenderwijs, naast het eenvoudiger leven, toch weer meer gaan werken. Een eigen consultancy bedrijfje waarmee ik prachtige opdrachten kreeg en ik weer in oude patronen begon te vallen: lange dagen, perfectionisme, geen ‘nee’ kunnen zeggen, meer werk aannemen dan ik menselijkerwijs aan kon. En nog steeds alles met het hoofd en met dezelfde periodieke uitputting als resultaat. Het werd tijd om eens grondig en kritisch naar mezelf en mijn patronen te kijken, want het was duidelijk dat hier iets te leren viel.

Diverse workshops, cursussen en opleidingen volgden, want een grondige, bijna projectmatige aanpak is nu eenmaal de aard van het beestje. Van yoga tot tantra en taoïsme, ik heb de afgelopen jaren veel gestudeerd, veel wijze mensen ontmoet en buitengewoon bijzondere dingen geleerd. Niet alles resoneerde bij me – ik heb nog steeds een behoorlijk rationele insteek, maar laat me door concrete ervaringen graag overtuigen. Eén van de dingen die echt iets in beweging heeft gebracht is het opnieuw leren toelaten van mijn intuïtie. Maar nu op een zodanige manier dat ik het constructief kan inzetten. Andere belangrijke dingen die ik ontdekt heb, die ik nu in de praktijk breng en die ik op dit blog zal delen:

  • het gaat niet zozeer om het verwerven van nieuwe kennis, maar om het (her)ontdekken van vaardigheden die iedereen van nature heeft. We hebben het alleen om allerlei (vaak heel plausibele) redenen afgeleerd, dus het vereist een bepaalde vorm van aandacht en oefening om het terug te vinden
  • door deze vaardigheden weer terug te winnen kom je dichterbij je diepste drijfveren, bij wat jij wilt neerzetten in de wereld. Die drijfveren zijn vaak onbewust vertroebeld door wat we denken dat er van ons verwacht wordt door ouders, sociale omgeving, gezin, noem maar op
  • we denken nog veel vanuit oude paradigma’s die ons vertellen hoe we moeten leven, wonen en ons werkzame leven moeten inrichten. Maar als je handelen in lijn ligt met je diepste drijfveren, dan ‘shift’ er iets. Dan kun je bergen verzetten en zijn je mogelijkheden vrijwel onbegrensd

Ik weet het, dat is geen lichte kost, maar geloof me, it’s worth the ride!

wat is overvloed?

Waarom is het ongemakkelijk om te schrijven of praten over overvloed? Ik merk dat het thema al snel discussie los maakt. Ja, we hebben makkelijk praten in dit deel van de wereld. Er is voldoende eten, we hebben een dak boven ons hoofd en als je niet in staat bent geld te verdienen dan wordt er voor je gezorgd. Hoe verwend, ontevreden en aanmatigend is het als je het zo goed hebt om nog meer overvloed na te streven?

Overvloed wordt vaak geassocieerd met materie. Geld, een mooi huis, een snelle auto, design meubels. En, eerlijk is eerlijk, voor een basisgevoel van comfort zijn ook wat materiële zaken nodig, zoals voedsel, een dak boven ons hoofd en kleding. Maar de concrete invulling van overvloed verschilt van mens tot mens. Iedere opvatting van overvloed is legitiem, of die nu financieel of materieel is, of meer op het gebied van gevoel, spiritualiteit of gezondheid ligt.

In mijn optiek is overvloedsdenken precies het tegenovergestelde van een schaarste mentaliteit. Dit laatste wordt gedreven door een overtuiging dat er in de basis een tekort is aan positieve dingen, waardoor kramp of angst ontstaat. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in gierigheid, concurrentie, hebzucht, machtsstrijd en een algemene angst dat er niet genoeg voor jou overblijft. Tot op zekere hoogte hebben we daar allemaal weleens last van: snel iets in de uitverkoop aanschaffen omdat het anders op gaat, met je handdoek een plekje aan het zwembad claimen, stiekem voordringen of het laatste koekje pakken. Best menselijk.

De onderliggende kunst van het overvloedsdenken is het trainen van een onwrikbaar vertrouwen dat er genoeg is en altijd genoeg zal zijn van wat je nodig hebt om te floreren.

Overvloed is het verschijnsel dat oprechte en authentieke verlangens die je uitdrukt met je woorden, daden en ideeën, werkelijkheid worden

Inderdaad: dat is nogal een uitspraak. Ook nu ik me een tijdje heb verdiept in deze materie, wat in feite vraagstuk uit de metafysica is, merk ik dat het veel vallen en opstaan, experimenteren en observeren kost. En niet in de laatste plaats vertrouwen. Het veronderstelt dat ik mijn van nature wat sceptische inslag loslaat en alle ruimte geef aan de mogelijkheid dat het universum anders georganiseerd is dan wetenschap kan onderbouwen. Alleen dat al is een nieuwe manier van denken voor me, die enerzijds veel ruimte schept voor nieuwe ideeën en inzichten, maar anderzijds nog erg onwennig voelt. Er is genoeg te vinden in het spirituele circuit over deze materie, maar juist voor de meer rationeel ingestelde zoeker is het alsof je in een vreemd land terecht bent gekomen, waarin je de taal nog niet voldoende beheerst. Dat was voor mij de reden om op een laagdrempelige manier en zo nuchter mogelijk verslag te willen doen van mijn persoonlijke project, waarbij ik eerlijk zal zijn over wat ik tegenkom en (uiteraard!) wat het me oplevert.

In volgende posts zal ik dieper in gaan op het proces rond het vinden van mijn ‘oprechte en authentieke verlangens’ en over de ethiek van overvloed.

de gekleurde bril

Stel dat overvloed de basis conditie van de wereld is. Dat wij als mens gemaakt zijn gezondheid, geluk, vrolijkheid en rijkdom te ervaren. En het enige wat wij moeten doen is de keuze maken of we deze basis conditie toelaten of blokkeren. Dan is de keuze eenvoudig, nietwaar? Toch is het klaarblijkelijk lastiger dan je op het eerste gezicht zou denken, want anders zouden we allemaal al in onze eigen definitie van overvloed leven. Waar komt dat eigenlijk door?

Onze realiteit is grotendeels bepaald door de bril waarmee we die bekijken. Deze bril zorgt ervoor dat wat we waarnemen voor ons als waarheid voelt. In werkelijkheid worden veel van onze waarnemingen gevormd door overtuigingen die we door onze cultuur, opvoeding, werk of opleiding hebben opgedaan.

Die bril is voor onszelf bijna niet zichtbaar, maar het grappige is dat we hem bij anderen vaak wel kunnen zien. Vooral bij opvattingen uit andere geloven of culturen kunnen we al snel aanwijzen dat een ‘waarheid’ die voor ons vreemd aanvoelt, gekleurd is door een ander type bril. Als ik dat vertaal naar mezelf kan ik voorzichtig concluderen dat ik waarschijnlijk ook wel dat soort waarheden heb, die stiekem overtuigingen zijn. Kortweg: mijn overtuigingen creëren mijn ervaringen.

Dit inzicht is een eerste bouwsteen voor mijn Project Overvloed. Mijn overkoepelende hypothese voor het project is, dat je volledig je eigen realiteit kunt creëren. De eerste stap is het herkennen van mijn eigen belemmerende overtuigingen en deze te vervangen door overtuigingen die ruimte scheppen.

een experiment

Met een nieuw jaar in zicht is reflectie op het afgelopen jaar bijna onvermijdelijk. Een korte conclusie is: ik heb het goed. Ik ben dolblij met mijn gezin, woon in een fijn huis, ik heb interessant werk en ik krijg kansen om te leren. Kortom, geen enkele reden tot ontevredenheid. Maar toch.

De afgelopen 7 jaren hebben in het teken gestaan van consuminderen, van eenvoud, van zuinigheid. Het heeft me veel gebracht, waaronder het spaargeld om dit fijne huis te kopen. Toch bekruipt het gevoel me al een tijd dat deze manier van leven een ondertoon van schaarste heeft, van beperking in plaats van overvloed. Naarmate ik me er meer in verdiep kom ik steeds meer tot de conclusie: ik wil meer uitbundigheid in mijn leven; het is tijd voor een andere insteek.

Ik heb de laatste jaren talloze boeken verslonden, cursussen gevolgd en deskundigen gesproken. Ik heb voorbeelden van inspirerende mensen – van Oprah tot Bruce Lee – bestudeerd en in kaart gebracht wat zij deden om overvloed in hun leven te creëren. Ik heb al deze informatie gestructureerd en tot een methodiek verwerkt, bijna klaar om met de wereld te delen. Maar voor ik het breed verspreid wil ik proefondervindelijk kunnen vaststellen dat het werkt. Dit wordt het jaar waarin ik mijn methode in de praktijk ga brengen en concreet ga meten in hoeverre ik mijn doelen realiseer.

Ik ben op weg van eenvoud naar weelderigheid onder de noemer Project Overvloed. Mijn ervaringen zal ik hier eerlijk en ongezouten met de wereld delen.