een goede vorm van angst

Op dit moment lees ik Playing Big van Tara Mohr. Het boek was me al vaker aangeraden, maar op één of andere manier sprak het me toen nog niet aan. Laatst kreeg ik het kado van mijn coach en ben ik er, aanvankelijk schoorvoetend, in begonnen.

Waarom ik dat boek zo lang liet liggen? Vaak is dat een teken dat ik bang ben dat er iets instaat waarvan ik tot in het diepst van mijn botten voel dat ik er iets mee moet. Dat er een boodschap in zit waar ik mee aan de slag moet. En daar was ik nog niet klaar voor. Waar ik het hier over wil hebben is het stuk in het boek dat gaat over angst. En dan vooral: de angst die je ervaart als je iets nieuws gaat doen waarmee je buiten je comfortzone treedt. Want dat is voor mij een heel bekend gevoel.

Op volle kracht

Het wonderlijke van angst is dat we op heel verschillende aanleidingen min of meer hetzelfde reageren. De angst voor spinnen, om ’s nachts door een ruige buurt te lopen, dat ons vliegtuig neerstort of dat we onze tekst vergeten voor een publiek triggert ons met een pakketje fysieke verschijnselen: spanning, trillen, verhoogde hartslag, verkleinde pupillen, dat soort werk. Terwijl in het hele scala aan angsten sommigen veel realistischer zijn dan andere. Tijdens een heftige vlucht of een nachtelijke wandeling in een gevaarlijke buurt is het waarschijnlijker dat er echt iets schadelijks met je gebeurt, dan bij het spreken voor publiek.

Ons angstmechanisme heeft de neiging om altijd op volle kracht te reageren op situaties. Of we nu door een tijger verscheurd dreigen te worden of faalangst hebben. Het triggert dezelfde vecht-of-vlucht reactie, we ervaren het vrijwel met dezelfde intensiteit. En al die adrenaline helpt ons helemaal niet bij situaties die ons emotioneel bang maken, zoals angst om te spreken in het openbaar of om op een podium te staan. Sterker nog, het maakt dat we minder scherp kunnen denken.

Als je je bewust bent waar de angst door veroorzaakt wordt dan is dat een belangrijke eerste stap om het te leren temperen. In haar boek geeft Mohr een paar effectieve tools om emotionele angst om te keren.

Twee vormen

Ik vond dat een waardevol inzicht, aangezien ik zelden door tijgers verscheurd dreig te worden, maar desdanks erg bekend ben met de vecht-of-vlucht respons in mijn lijf bij tamelijk abstracte angsten. Wat bij mij nog meer resoneert in haar verhaal, is haar uitleg over de twee vormen binnen deze soort angsten.

Volgens Mohr wordt in de Hebreeuwse versie van de Bijbel onderscheid gemaakt tussen twee typen angst. Het eerste wordt pachad genoemd. Het is de irrationele oerangst voor dingen die mis zouden kunnen gaan. Door de mand vallen, jezelf onbedoeld belachelijk maken, dat soort dingen. Het tweede heet yirah. En dat is een belangrijke. Yirah gaat over het gevoel dat je hebt als je meer ruimte inneemt dan je gewend bent te doen, bijvoorbeeld op een podium. Wat je kan overvallen als je aan iets groots en waardevols gaat beginnen. Wat je voelt als je op het spoor komt van je levensmissie, van dat waarvoor jij op de wereld bent gezet.

We zijn geneigd yirah te interpreteren als een angst die opborrelt zodra je uit je comfortzone stapt en een emotioneel risico neemt. Vaak stappen we dan in onze gebruikelijke vecht-of-vlucht reactie en gaan het uit de weg. Maar daarmee doen we onszelf tekort. En niet een beetje.

 Playing big

Door deze vorm van angst te ontvluchten omdat het oncomfortabel voelt, belemmeren we onze eigen groei, houden we onszelf onbewust klein. Mohr roept in haar boek op om yirah volledig te omarmen, het te waarderen om wat het is: een signaal dat onderstreept dat je meer ruimte inneemt, je authentieke stem laat horen. En ja, dat is eng. En het maakt je kwetsbaar en zichtbaar. Maar het helpt je ook je volle potentieel te benutten.

Het oncomfortabele gevoel van yirah hoort bij playing big, bij jezelf laten zien en delen wat je écht in huis hebt. Dat is iets wat we veel te weinig doen. Wat ik veel te weinig doe. Ik volg met bewondering een aantal vrouwen die wel vol in het licht gaan staan en hun podium pakken. Tot nu toe had ik de woorden nog niet om te omschrijven wat zij weten wen ik nog niet, maar ik voel dat hier een belangrijke sleutel ligt. Ook voor jou?

p.s. Volg je Project Overvloed al op Facebook? Like hier mijn pagina en lees mee!

over passie, doen waar je goed in bent en ondernemerschap

Ik werk zes jaar voor mezelf. Uurtje-factuurtje zoals ze dat ook wel noemen. Hartstikke leuk en gevarieerd. Ondanks de vele uren, kilometers file en de grote hectiek komt het idee om ooit weer terug in loondienst te gaan geen moment bij me op. Geen seconde.

Toch kreeg ik vorig jaar het gevoel dat ik iets anders wilde, verder wilde. Dat alleen projecten leiden zoals ik deed niet voldoende uitdaging meer voor me was. Ik was klaar voor iets groters. Liefst iets dat groter is dan ik zelf.

Al een tijdje sluimerde het idee dat ik iets aan mijn schaalbaarheid moest doen. Dat ik meer mensen tegelijkertijd wilde kunnen bedienen, in plaats van één klant per dag. Er zitten maar zoveel uren in een week en ik moest steeds vaker ‘nee’ verkopen aan nieuwe klanten. Maar dat was niet het belangrijkst. Ik wilde meer impact hebben, positief verschil maken.

Midlife

Het had wat weg van een midlife crisis. Wat had ik nou neergezet en wat bleef er voor tastbaars achter als ik mijn klus had afgerond? Als ik het opschrijf klinkt het vrij banaal, maar ik had er echt buikpijn van. Een periode van zelfonderzoek, journaling en contemplatie volgde. Verschillende opties passeerden de revue. Ik vond coachen erg leuk, dus ik bood mijn diensten als coach aan. Al snel had ik klanten en alhoewel ik dat erg leuk vond (en vind!), voelde het niet als dé oplossing voor mijn persoonlijke crisisje.

Toen stuitte ik op onderstaand modelletje. Heel simpel en kernachtig en daarmee, in mijn geval, super effectief. Ik bleek namelijk vooral te opereren op het snijvlak van waar ik goed in ben en wat goed betaalt. ‘Rich but bored’ is wat stevig uitgedrukt, maar ik merkte wel dat alleen hetzelfde kunstje herhalen op verschillende locaties niet langer het heilig vuur in me ontwaakte. Het coachen bracht al wel meer het element ‘what you love’ in, maar  nog niet in de omvang die ik voor ogen had.

 

Waar ik goed in ben is projecten leiden. In het helpen van mensen en organisaties om te veranderen. Op een manier die bij ze past, die niet forceert, maar ondersteunt. Wat ik geweldig vind is mensen inspireren en aan het denken te zetten over mindset en het activeren van overvloed in hun leven. Door te spreken. Door te schrijven. Door te coachen. Wat ik – als hobby – doe voor Project Overvloed, zeg maar. Hoe kon ik de dingen zo combineren dat ik die sweet spot in het midden zou vinden?

Twee werelden

Al die tijd heb ik lopen denken waar en hoe die thema’s bij elkaar komen. Wilde ik die twee werelden naast elkaar laten bestaan? Wil ik mijn ‘zweverige’ kant helemaal los houden van mijn ‘zakelijke’, zoals ik in mijn uurtje-factuurtje werk doe? Ik heb hier erg over getwijfeld. Had niet het idee dat er begrip zou zijn in mijn zakelijke netwerk voor de dingen waar ik in mijn privéleven mee bezig ben. Maar het begint, hoe ik het ook wend of keer, steeds meer door elkaar te lopen. Kennelijk is het voorbestemd om elkaar ergens te gaan raken.

Er was een hele goede coach voor nodig om mij te wijzen op wat er eigenlijk al aan zat te komen: Project Overvloed is de basis voor mijn succes als projectleider. Het is de combinatie van mindset, het inzetten van mijn passie voor spreken en schrijven en mensen inspireren die maakt dat ik meer klanten krijg dan ik aan kan. En toen dat kwartje eenmaal viel was het vervolg simpel.

Ik besloot alles wat ik in twintig (…!) jaar projectmanagement heb geleerd om te vormen tot een online en offline training. Al mijn ervaring, tegenslag, inspiratie, kant-en-klare kennis en methodieken te gaan delen met andere projectleiders. Om ze te behoeden voor fouten die ik heb gemaakt. Maar ook om ze te inspireren dat het ook op een andere manier kan. Dat projecten leuker, moeitelozer en positiever kunnen zijn. Zó kan ik iets bereiken dat groter is dan ik zelf ben. Iets dat waarde toevoegt, ook als mijn project achter de rug is. Bovendien kan ik eindelijk een heel nieuw geluid laten horen in het traditionele projectleiderswereldje. Een geluid waarvan ik zeker weet dat veel mensen maar ook veel organisaties er hard aan toe zijn.

Moraal

De moraal van dit verhaal? Misschien zijn er wel meerdere moralen. De eerste is: zoek je sweet spot door te kijken waar wat je leuk vindt, wat je goed kan en waar je voor betaald kan worden elkaar raken. Maar minstens zo belangrijk is wat mij betreft: zoek het niet in grootse , ingewikkelde en verre dingen, maar combineer op een zo prettig mogelijke manier wat je al weet en doet en dan komt er een bak energie los waar je versteld van staat.

 

Voor de nieuwsgierigen: op www.deimplementatiedokter.nl lees je meer over de zakelijke kant van het verhaal.