Stelde je me als kind de vraag wat ik later wilde worden, dan kon het antwoord per uur verschillen. Schrijver. Juf. Directeur. Boer. Journalist. Zelf had ik helemaal niet het gevoel dat ik het niet wist; ik vond alleen veel dingen leuk en ik vond het oneerlijk dat je zou moeten kiezen. Later werd dit beeld bevestigd in beroepskeuzetesten. Iets met schrijven, iets met mensen, iets met buiten bezig zijn. Ik scoorde op veel beroepen ongeveer even hoog. Dat werd door de decaan vertaald als: ze weet het niet. Ik had daarentegen het idee dat ik het prima wist, maar dat er gewoon geen hokje voor was. Ik had sowieso moeite met hokjes. Ik had liever een cluster aan creatieve vrijgevormde hokjes in allerlei vormen en formaten.
Carrièreladder
Maar zo werkt het systeem niet. Het is de bedoeling dat je je bij een studiekeuze zoveel mogelijk beperkt tot een richting waarmee een paar concrete en gangbare beroepen in het vizier komen. Dus ging ik braaf doen wat er van me verwacht werd. Ik studeerde keurig binnen vier jaar af aan de universiteit, vond een baan en beklom vervolgens vijftien jaar lang gestaag de carrièreladder.
Ik was zeker niet ontevreden, maar het begon na verloop van tijd wel te wringen. Want wat had ik nu gedaan met al die andere kanten van mezelf die nu een beetje lagen te verstoffen? Helemaal niks. Wilde ik dit proces van iedere twee jaar weer een stapje hoger in een nieuwe baan eindeloos volhouden? Ik voelde aan alles in mijn lijf een duidelijk NEE. Maar ja. Geld. Jong gezin. Hypotheek.
Spelen
Wat we als kind graag deden is een belangrijke indicator voor waar onze toegevoegde waarde ligt. Als kind hebben we alle ruimte om spelenderwijs te ontdekken waar onze talenten liggen. We zijn niet bang om fouten te maken of af te gaan, maar kunnen ons helemaal laten gaan in onze ontdekkingstocht. Maar omdat het ‘spelen’ is, wordt het niet serieus genomen. Niet door volwassenen, maar – terugkijkend – eigenlijk ook niet door onszelf. En dat is zonde. Want zoveel potentieel dat je bij je geboorte al is meegegeven ligt daar onbenut, te wachten tot je het herontdekt. Niet per se om rijk en beroemd te worden (tenzij dat natuurlijk je grote droom is), maar om te doen wat je graag doet. Om je allermooiste leven te leiden. Dat allermooiste leven is 100% maatwerk en belangrijke aanknopingspunten daarvoor liggen in jezelf besloten.
Worden wie ik ben
Ik begon dat pas te beseffen toen ik in 2004, nog altijd in loondienst, mijn allereerste blog startte. Er begonnen steeds meer mensen mee te lezen en te reageren en opeens was ik schrijver. Maar dat was niet het belangrijkste. Al schrijvend opende ik een deksel. Steeds meer kwam ik in contact met mijn eigen creativiteit en met wat ik graag deed als kind. Met wat ik graag had willen worden als-ik-later-groot-was. Ik besefte dat mijn enige beperking mijn eigen gedachten waren. Niets weerhield me er van om te worden wie ik ben. Ik was degene die me in het hokje met een label had laten opsluiten; niemand had me daartoe gedwongen.
Ik deed een driejarige yogadocenten opleiding en werd juf, gewoon naast mijn kantoorbaan. Ik begon een groentetuin en nam kippen en bijen en werd stadsboerin, gewoon naast mijn kantoorbaan. Het was allemaal een kwestie van gewoon gaan doen. En toen ik eenmaal helemaal begreep hoe dat mechanisme werkte, startte ik vijf jaar geleden mijn eigen bedrijf en werd directeur.
De moraal van dit verhaal?
Heb je het gevoel dat je leven maar een beetje voortkabbelt en er geen perspectief is op iets waar je warm voor loopt? Iets waar je vuurtje van gaat branden? Iets waar je uren over kunt dagdromen? Stap dan eens terug in je kindertijd en bedenk wat je graag deed. Tekende of knutselde je graag? Start dan een creatief projectje. Speelde je graag tikkertje of verstoppertje? Doe een lesje mee met een bootcamp club in het park. Op die manier wakker je je passie aan en open je een poort naar wat er allemaal nog meer voor je mogelijk is. Geloof me: als je daar op in tapt gebeuren er dingen die je niet voor mogelijk houdt!